En wat als Twence ophoudt te bestaan?

Om te beginnen is een grote warmtebron als Twence, met nu warmte beschikbaar, essentieel om nu van start te kunnen met dit warmtenet. Deze warmte is afkomstig uit meerdere installaties om onderling elkaar op te vangen en zo continu warmte te kunnen leveren. Op termijn worden alternatieve energiebronnen aangesloten op dit open warmtenet. Zo ontstaat een energie hub. Denk aan warmte uit de grond (geothermie), uit oppervlaktewater of uit industriële processen. Zo garanderen we dat er altijd warmte geleverd kan blijven worden.

Energiehub. Open net.

Gaat de warmte nu het kanaal in?

Nee. We zetten nu meer in op de productie van elektriciteit, terwijl het beter is om dit voor warmte in te zetten. We kunnen dus gewoon ‘draaien aan de knoppen’. Hebben we meer warmte nodig? Dan produceren we uit dezelfde energiecentrales meer warmte en minder elektriciteit. Deze laatste kun je ook realiseren met andere bronnen.

Hoe duurzaam is de warmte van het Regionaal Warmtenet Twente?

Het Regionaal Warmtenet Twente kan 100.000 huizen van het aardgas halen. Dit is een besparing van 125 miljoen kuub aardgas per jaar en 225.000 ton CO2 per jaar. 

De warmte wordt opgewekt door het verbranden van niet-herbruikbaar afvalhout en restafval dat niet op een andere manier kan worden hergebruikt. De warmte afkomstig uit de biomassa-energiecentrale van Twence is 100% duurzaam. De warmte uit de afvalenergiecentrale is 53% duurzaam. Twence verduurzaamt haar processen verder met de geplande grootschalige CO2 afvanginstallatie. 

Hoe wordt de warmte opgewekt?

Twence haalt op een duurzame manier energie, zoals elektriciteit, uit reststromen (niet herbruikbaar afvalhout en restafval). Bij de elektriciteitsproductie zijn turbines betrokken waarin stoom ontstaat. Deze stoom wordt afgetapt en gebruikt om water op te warmen tot 120 °C. Via het warmtenet gaat dit warme water naar de woningen en bedrijven. Daarna gaat het afgekoelde water via een retourleiding terug en wordt opnieuw opgewarmd voor een volgende ronde.